WIA geweigerd? Hier moet je op letten bij het aanvragen van een WW-uitkering…

Heb je een WIA-aanvraag gedaan maar ben je minder dan 35% arbeidsongeschikt bevonden? Dan word je een WIA-uitkering geweigerd en ben je een zogenoemde WIA 35-minner. Je kunt in dit geval een WW-uitkering aanvragen die maximaal 24 maanden duurt. In de praktijk komt het geregeld voor dat WIA 35-minners vinden dat ze niet kunnen werken en dit bij hun WW-aanvraag expliciet kenbaar maken. Dat dit niet verstandig is leg ik – op basis van rechtspraak – uit in deze blog.

AANVRAAG WW
Zoals je nu weet kun je bij een afwijzing van een WIA-uitkering een WW-uitkering aanvragen zodat je toch inkomen hebt. Dit geldt ook als je het niet eens bent met de beslissing van het UWV en een bezwaarprocedure opstart. Een bezwaarprocedure heft een officieel besluit van UWV namelijk niet op.

Het komt met regelmaat voor dat mensen van mening zijn niet te kunnen werken en dit expliciet vermelden tijdens de aanvraagprocedure voor een WW-uitkering. Mijn advies: doe het niet!

‘HOUDING EN GEDRAG’
Het UWV stelt als een belangrijke voorwaarde voor het toekennen van een WW-uitkering dat de aanvrager beschikbaar is voor arbeid. Dit vinden we terug in artikel 16 lid 1b WW waar staat: “Werkloos is de werknemer )lees: aanvrager uitkering) die beschikbaar is arbeid te aanvaarden.” Wie vindt dat hij of zij te ziek is om te kunnen werken en dit duidelijk aangeeft laat zien niet beschikbaar te zijn voor arbeid.

Mag het UWV op grond hiervan de WW-uitkering weigeren? De hoogste rechtbank van ons land voor dit soort zaken – de Centrale Raad van Beroep in Utrecht – heeft zich enkele keren over deze kwestie gebogen. Zijn antwoord is ja. Ook als er een bezwaarprocedure tegen een WIA-afwijzing loopt.

Uit de uitspraken van de Centrale Raad valt duidelijk op te maken dat de beschikbaarheid voor werk uit ‘houding en gedrag’ moet blijken. In de praktijk betekent dit dat je aantoonbaar solliciteert, je inschrijft bij een uitzendbureau, aangeboden passend werk accepteert etc. Kortom, je doet je best om werk te krijgen en kunt dit richting UWV aantonen. Doe je dit niet of ben je dit niet van plan, dan mag het UWV de WW-uitkering weigeren. Wat dan nog rest is een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet.

CASUS
In deze zaak die speelde bij de Centrale Raad draait het om een vrouw die wordt geweigerd voor de WIA omdat ze minder dan 35% arbeidsongeschikt is bevonden. Ze vraagt (te laat) een WW-uitkering aan en geeft de volgende reden voor de te late aanvraag: “13 april 2017 ben ik afgewezen voor een WIA-uitkering. Ik kan nog niet werken en heb geen inkomen.” Het UWV neemt contact met de vrouw op die aangeeft dat de werknemer van het UWV het met haar dochter moeten afhandelen. Die geeft op de vraag of haar moeder kan werken duidelijk aan dat ze door ziekte niet in staat is om te werken. Vervolgens neemt UWV ook contact op met de persoonlijk begeleider van de vrouw die dezelfde boodschap heeft, de vrouw kan niet werken.

Het UWV weigert vervolgens de WW-uitkering met als reden dat de vrouw niet beschikbaar is voor arbeid en dat dit op te maken valt uit de gesprekken met zowel haar dochter als persoonlijk begeleider. De Centrale Raad stelt dat aan de hand van de feiten en omstandigheden, waaronder houding en gedrag, het UWV terecht de uitkering heeft geweigerd.

Kortom: ben je het niet eens met het UWV over de WIA-afwijzing? Start dan (met onze hulp) een bezwaarprocedure. Vraag daarnaast een WW-uitkering aan en laat uit ‘houding en gedrag’ blijken dat je bereid bent om aan het werk te gaan. Geef bij de aanvraag dus niet aan dat je niet beschikbaar bent voor arbeid en vermijd dit soort uitspraken ook in gesprekken met werknemers van het UWV. Je weet nu immers welk risico je loopt en hoe rechters dit soort zaken beoordelen…

UITSPRAKEN:
ECLI:NL:CRVB:2020:1459
ECLI:NL:CRVB:2013:1928 (Zie 4.3)

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email

Wellicht vind je dit ook interessant