Om de problemen rondom de WIA aan te pakken zijn er in de afgelopen jaren enkele maatregelen genomen, waaronder een vereenvoudigde beoordeling voor zieke werknemers van 60 jaar en ouder. Per 1 juli dit jaar komt er een nieuwe maatregel bij, de maatregel ‘praktisch schatten’. De maatregel die voor de duur van drie jaar zal gelden moet de druk op UWV verminderen zodat achterstanden weggewerkt kunnen worden. Zoals je wellicht weet kampt UWV al geruime tijd met een tekort aan verzekeringsartsen en grote werkvoorraden waardoor er behoorlijke achterstanden zijn met betrekking tot WIA-aanvragen.
Omdat veel mensen willen weten wat de maatregel ‘praktisch schatten’ nu precies inhoudt heb ik besloten om hier een blog aan te wijden. Ik heb getracht deze ingewikkelde materie zo eenvoudig mogelijk uit te leggen.
VERDIENSTEN UIT FEITELIJKE ARBEID
Door de nieuwe maatregel verandert er één en ander als je (nog) werkt ten tijde van een WIA-(her)beoordeling en de eerste uitkeringsdag op of na 1 juli 2024 is. Zo zullen arbeidsdeskundigen bij UWV geen theoretische schattingen1 meer doen om te bepalen wat een aanvrager van een WIA-uitkering nog zou kunnen verdienen. Normaal is deze theoretische schatting verplicht, maar door een recente aanpassing in regelgeving mag dit voortaan worden overgeslagen.
Een arbeidsdeskundige bij UWV zal door deze maatregel de arbeidsongeschiktheid van werkenden per 1 juli 2024 vaststellen op basis van verdiensten uit feitelijke arbeid. Er moet wel eerst aan enkele voorwaarden worden voldaan. Zo moet de feitelijke arbeid passend en duurzaam zijn en loonwaarde hebben. Wordt hieraan voldaan? Dan wordt het arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld op basis van het verschil tussen de vastgestelde loonwaarde uit feitelijke arbeid en het loon voor de eerste ziektedag, het verzekerde loon voor de WIA.
Werk je niet ten tijde van de WIA-beoordeling? Dan zal UWV de gebruikelijke werkwijze volgen en uitsluitend een theoretische schatting doen. In dit geval is de maatregel waar deze blog om draait niet van toepassing.
WERKWIJZE
De werkwijze bij een praktische schatting is als volgt: een arbeidsdeskundige van UWV brengt na het beoordelen van de re-integratie – de verplichte RIV-toets – de aard, omgang, taken, belasting en loonwaarde van de feitelijke arbeid in kaart en onderzoekt of dit werk voldoet aan de criteria voor het mogen uitvoeren van een praktische schatting. Is dit het geval? Dan zal hierna een verzekeringsarts worden ingezet. Het verzekeringsgeneeskundige deel van de WIA-beoordeling is nu wel anders dan normaal en veel beperkter. Als er namelijk geen sprake is van het overschrijden van de belastbaarheid voor de werkzaamheden zal er geen belastbaarheidsprofiel meer opgesteld worden en dus ook geen FML. Dit zal alleen nog gebeuren als de belastbaarheid met betrekking tot de feitelijke arbeid wordt overschreden.
Bij het voldoen aan alle voorwaarden en bij het niet overschrijden van de belastbaarheid zullen de verdiensten bepalend zijn voor het vaststellen van het arbeidsongeschiktheidspercentage. Het verschil tussen de huidige loonwaarde en het loon voor de eerste ziektedag vormt het arbeidsongeschiktheidspercentage. Dit arbeidsongeschiktheidspercentage zegt uitsluitend iets over het verlies aan verdienvermogen als gevolg van ziekte of gebrek en niets over de medische omstandigheden. De WIA is niets anders dan een loondervingsverzekering. Simpel gesteld: niet je gezondheid maar je loonstrook is verzekerd.
Voorbeeld:
Mariska is werkzaam als backoffice medewerker bij een administratiekantoor. Haar maandsalaris bedroeg voor de eerste ziektedag €2427 en is bij de WIA-beoordeling geïndexeerd waardoor het verzekerde loon op €25002 uitkomt. De arbeidsdeskundige van UWV stelt bij de WIA-aanvraag vast dat ze voldoet aan de criteria voor een praktische schatting. Mariska heeft ten tijde van de WIA-beoordeling een loonwaarde van €1000 per maand. Het verschil tussen haar verzekerde loon van €2500 en de €1000 die ze nu nog weet te verdienen vormt het loonverlies voor de WIA. In dit geval €1500 wat neerkomt op 60%. Mariska is op basis van een praktische schatting 60% arbeidsongeschikt in de zin van de Wet WIA.
GEEN ONDERSTEUNING M.B.T. RE-INTEGRATIE
WIA-uitkeringsgerechtigden die praktisch zijn geschat kunnen geen gebruik maken van de re-integratiedienstverlening van UWV. Het idee hierachter is dat deze mensen hun restverdiencapaciteit volledig benutten en dus naar hun mogelijkheden aan het werk zijn. Dit is anders als de werkzaamheden worden beëindigd, bijvoorbeeld als gevolg van ontslag. Hierdoor wordt de restverdiencapaciteit niet meer benut waardoor men een beroep kan doen op ondersteuning door UWV (of eigenrisicodrager).
EINDE WACHTTIJD BEPALEND VOOR WEL OF NIET GELDEN MAATREGEL
De maatregel geldt voor nieuwe WIA-aanvragen, herbeoordelingen en herlevende WIA-uitkeringen. Toch geldt de maatregel niet voor alle werkenden die een WIA-aanvraag doen of herbeoordeeld worden. Alleen aanvragen waarbij de eerste uitkeringsdag 1 juli 2024 of later is vallen onder de maatregel. Met betrekking tot herbeoordelingen geldt de maatregel alleen voor mensen die een WIA-uitkering hebben gekregen op of na 1 juli 2024. Er zullen de komende maanden dus nog mensen zijn die op de oude manier worden beoordeeld.
Voorbeelden:
Jan doet een WIA-aanvraag in april 2024. Zijn eerste uitkeringsdag is 10 juli 2024. Jan heeft in september 2024 met zowel de arbeidsdeskundige als de verzekeringsarts contact. De datum waarop de beoordeling betrekking heeft is 10 juli 2024. In dit geval is de maatregel praktisch schatten van toepassing en omdat jan nog werkt zullen zijn verdiensten bepalend zijn voor het vaststellen van zijn arbeidsongeschiktheidspercentage.
Veerle dient in december 2023 haar WIA-aanvraag in. Haar eerste uitkeringsdag is 2 april 2024. Veerle heeft eind juli 2024 met zowel de arbeidsdeskundige als de verzekeringsarts contact. Omdat de eerste uitkeringsdag voor het ingaan van de maatregel praktisch schatten ligt geldt de oude manier van beoordelen. Veerle wordt dan ook niet alleen praktisch maar ook theoretisch geschat en de verzekekeringsarts stelt een volledig belastbaarheidsprofiel op en stelt de duurzaamheid van haar beperkingen vast.
VERWACHTINGEN
Hoe de maatregel in de praktijk gaat uitpakken is nog even gissen. Wel denken collega’s en ik dat de maatregel gaat leiden tot meer bezwaar- en beroepsprocedures. Ook UWV verwacht dat de maatregel zal gaan leiden tot een toename van bezwaar- en beroepszaken, met name van werkgevers (eigenrisicodragers) die verwachten dat de maatregel financieel nadelig voor hen gaat uitpakken.
Ook zijn er zorgen over gedragseffecten zoals bijvoorbeeld het bewust meer of minder werken of ‘sjoemelen’ met loonwaarde om de uitkomst van de praktische schatting te kunnen sturen. De verantwoordelijke voor deze maatregel – voormalig minister Karien van Gennip – maakt zich hier niet veel zorgen over. Op basis van een analyse is volgens haar een inschatting gemaakt van de budgettaire gevolgen van de maatregel. Verwacht wordt dat gedurende de drie jaar dat de maatregel van kracht is jaarlijks ongeveer 175 personen die voorheen geen recht zouden hebben op een WIA-uitkering nu wel een uitkering zullen krijgen. Daarnaast is ingeschat dat per jaar ongeveer 330 personen recht krijgen op een hogere WIA-uitkering. Ook zou er in de raming rekening gehouden zijn met een stijging van de kosten als gevolg van gedragseffecten.
1 Bij een theoretische schatting wordt het verdienvermogen vastgesteld op basis van een functie die in theorie passend is bij jouw belastbaarheid. Dit proces wordt de functieduiding genoemd. Dit verdienvermogen wordt vergeleken met jouw oude loon. Het verschil vormt het arbeidsongeschiktheidspercentage.
2 Bij een WIA-beoordeling stelt UWV het verzekerde loon vast. Dit loon wordt het maatmanloon genoemd en is gebaseerd op het sociale verzekeringsloon (loon, vakantiegeld, winstuitkeringen etc.) in de twaalf maanden voor de eerste ziektedag. Het maatmanloon wordt bij een WIA-beoordeling geïndexeerd op basis van gegevens van het CBS en is hierdoor hoger dan op de eerste ziektedag.