De WIA-aanvraag en de loonsanctie

Wie 104 weken arbeidsongeschikt is komt in aanmerking voor een WIA-uitkering. Nadat het UWV de aanvraag heeft binnengekregen voert het eerst een toets uit. Tijdens deze RIV-toets controleert een arbeidsdeskundige van het UWV de re-integratie. UWV kan naar aanleiding van deze beoordeling een loonsanctie opleggen aan de werkgever. In deze blog geef ik je hier meer uitleg over.

ARTIKEL 65 WET WIA
De verplichting tot het toetsen van de re-integratie vloeit voort uit artikel 65 Wet WIA. Iedere WIA-aanvraag wordt dus onderworpen aan een toetsing door een arbeidsdeskundige en in bepaalde gevallen door een verzekeringsarts. De laatste jaren legt het UWV met regelmaat – en in minimaal 10% van de gevallen – een loonsanctie op. Er bestaat dus een kans dat je hier mee te maken krijgt.

ADMINISTRATIEVE EN INHOUDELIJKE LOONSANCTIE
Het UWV kent zowel de administratie loonsanctie als de inhoudelijke loonsanctie. Er wordt een administratieve loonsanctie opgelegd als een werkgever de benodigde stukken niet op tijd heeft ingeleverd. Een inhoudelijke loonsanctie wordt opgelegd als het UWV niet tevreden is over het re-integratieresultaat of als het oordeelt dat de inspanningen onvoldoende waren.

GEVOLGEN LOONSANCTIE
Een loonsanctie duurt maximaal 52 weken. Tijdens deze periode moet een werkgever het salaris doorbetalen en geldt er een ontslagverbod. De loonsanctie kan verkort worden door aan de regels te voldoen. In de praktijk gebeurt dit nauwelijks. Meer dan 60% van de werkgevers die een loonsanctie heeft gekregen dient geen bekortingsverzoek in.

Gedurende de periode van de loonsanctie behandelt het UWV je aanvraag niet verder, dit gebeurt pas als de gebreken zijn gerepareerd. De loonsanctie eindigt in dat geval 6 weken nadat het UWV heeft vastgesteld dat de gebreken zijn hersteld. Het kan dus zijn dat je pas na drie ziektejaren in de WIA komt.

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email

Wellicht vind je dit ook interessant